Een café met een eeuwenoud mysterie

Het verhaal gaat dat op de plek van café Papeneiland, op de hoek van de Prinsengracht en de Brouwersgracht, al rond 1600 een doodskistenmaker drank verkocht. Behalve de werkplaats beheerde hij tevens de biertap, zo weet kenner Ben ten Holter uit overlevering. ''Die bijverdienste is later hoofdzaak geworden.''

Dit jaar was het feest in Papeneiland. Uitbaters Henny en Tiel Netel vierden er hun 35-jarig jubileum. ''Echte schatten,'' zegt een vaste klant. ''En trouw aan de buurt. Als Henny een dagje op Bakkum zit, loopt ze al na een uur te ijsberen dat ze terug wil.''

Al is Papeneiland, menen de kenners, nooit een uitgesproken 'Jordaancafé' geweest. ''Alleen op sommige uren. Vaak zat het er een beetje tussenin.''

Een mooi café is het, 'behangen' met oude tegeltjes en voorzien van gekoesterde meubelstukken als een robuuste Noorse potkachel, een oude bedwarmer en een Franse staartklok. De clientèle is er redelijk honkvast. De goede observeerder kan er, in zijn vaste hoekje, schrijver Cees Nooteboom aantreffen. Hij krijgt er altijd een drupje Underberg in zijn borrel. Schijnt lekkerder te zijn. En aan de ronde tafel - heilige stek - treft men menig trouw bezoeker en leden van het befaamde Zwanenkoor. Tiel sr. is immers sponsor.

'Dit is een lokaal waar het buitengewoon moeilijk is je weg te rukken,' schreef Igor Cornelissen, die er recent enkele kelkjes achterover sloeg en plots oog in oog stond met een kenner van het Amsterdamse levenslied. ''Zingt u ook dat lied van Een pikketanussie gaat er altijd in,'' wilde zijn gezelschap weten. ''Zeker,'' sprak de man. ''De pik van Janussie die gaat er altijd in.'' Grapje.

Ooit werd Papeneiland gerund door Tante Marie, die er naast drank, worst en kaas ook mosselen serveerde. Tot zij, zo weten de oudgedienden nog, tijdens een ongelukkige val uit het raam het leven liet. Een bezoeker: ''Tijdens het ramen lappen, zeiden ze. Maar wie tante Marie kende wist dat ze nooit een raam lapte.''

Hoe dan ook, na het tijdperk-Marie betrokken Tiel en Henny de zaak. 'Een gemengd horecahuwelijk' was het. Henny kwam uit de Jordaan, Tiel uit de Spaarndammerbuurt. Héél ander volk.

Tiel had er al de nodige horecajaren opzitten. Een klant: ''Je kon merken dat hij een goed opgeleide ober-kelner was. Hij heeft nog in hotel l'Europe gewerkt. Je krijgt er je kaas ook altijd leuk opgediend. Heel beroemde 'oude brokkel' overigens.''

Tijdens het jubileum overhandigden de vaste klanten hem een schilderij waarop hij - in een van zijn bekende caféposes - was vereeuwigd: een half uurtje voor café-opening aan de tafel voor het raam, met zijn krantje. En de deuren op slot. Regels zijn regels. Zoals er ook geen muziek wordt gemaakt bij Papeneiland. Ten strengste verboden! Zelfs een radio komt er niet in, ook niet als er een belangrijke voetbalwedstrijd wordt gespeeld. ''Dit is een café voor een broodje, een babbeltje en het doornemen van alle wel en wee,'' vat een vaste drinker samen. En onder Tiel en Henny heeft het vele fases doorlopen. Een bezoeker van het eerste Netel-uur: ''Je had de homoscene, een periode dat er voornamelijk studenten kwamen, de buurtscene en - op dit ogenblik - een mix van buurt en toeristen.''

De laatsten weten Papeneiland zonder problemen te vinden. Het café mag zich verheugen in een vrij internationale reputatie. Vele rondleidingen door de buurt 'leggen er aan'. Niet alleen voor de gezelligheid, maar ook voor de historie. Het is bijvoorbeeld, zo klinkt het trots in klantenkringen, een van de weinige panden - uit de zestiende eeuw - met twee trapgevels. Eentje aan de Prinsen- en één aan de Brouwersgracht. En onder de cafévloer schuilt ook nog een historisch geheim. Een oude gang die zich onder de straat door richting gracht uitstrekt. De gang is inmiddels dichtgemetseld, maar het mysterie blijft. Was het een vluchtgang misschien? Aan de overzijde zou immers een rooms-katholieke schuilgang hebben gelegen. Was het een geheime route voor spionnen, tijdens de Tachtigjarige Oorlog? Of is er een meer alledaagse verklaring. Als die er is moeten de uitbater die maar heel goed voor zich houden. Een café met een mysterie is als een borrel met dat extra kruidige druppeltje Underberg.